Het werk van Danielle Hoogendoorn (1990) is door de jaren heen alsmaar sneller, grover en banaler geworden.
In korte intense sessies weerspiegelt ze haar dagelijkse leven in verschillende media waaronder schilderijen.
Eenvoudige onderwerpen als bomen, dieren, haar dochter, de kachel uit het atelier, één van haar konijnen, of de geparkeerde Volvo
van haar schoonouders veranderen op haar doeken naar krachtige archetypische beelden.
De snelheid dwingt tot scherpere keuzes en vooral om doeltreffend te schilderen.
Zo overstijgt het uiteindelijke werk de persoonlijke anekdote en krijgt het beeld ruimte om verschillende betekenissen aan te nemen.
Wat blijft is de schilderkunstige vertaling van textuur, compositie en kleur.
In korte intense sessies weerspiegelt ze haar dagelijkse leven in verschillende media waaronder schilderijen.
Eenvoudige onderwerpen als bomen, dieren, haar dochter, de kachel uit het atelier, één van haar konijnen, of de geparkeerde Volvo
van haar schoonouders veranderen op haar doeken naar krachtige archetypische beelden.
De snelheid dwingt tot scherpere keuzes en vooral om doeltreffend te schilderen.
Zo overstijgt het uiteindelijke werk de persoonlijke anekdote en krijgt het beeld ruimte om verschillende betekenissen aan te nemen.
Wat blijft is de schilderkunstige vertaling van textuur, compositie en kleur.